In de Abruzzen liggen de hoogste bergtoppen van de apennijnen, dit zijn de hoogste bergen buiten de Alpen van Italië. Het gebied is ruig en de natuur is prachtig, er 26 bergtoppen boven de 2,000 meter. De hoogste toppen liggen in de nationale parken van “Gran Sasso” (Corno Grande) en “Majella” (Monte Amaro). De bergen vormen een fantastische aanblik vanaf de Adriatische kust.
De hoogste berg is de “Corno Grande” (2,912m). Enkele andere hoge bergtoppen zijn “Monte Amaro (2,795m), “Corno Piccolo”(2,665m), “Monte Corvo” (2,623m), “Monte Camicia (2,570m) en “Monte Prena (2,561m). De overige toppen zijn lager dan 2,500 meter.
Het nationale park Gran Sasso herbergt naast de “Corno Grande” ook de zuidelijkste gletjer van Europa, de “Calderone” (2700m). Wandelen in Gran Sasso is prachtig met onvergetelijke vergezichten er zijn berghutten die open zijn van medio april tot medio oktober en in de winter kunnen er mooie sneeuwwandelingen gemaakt worden. Het gehele bergmassief van de apennijnen is in trek bij hikers, bergbeklimmers, moutainbikers en wandelaars.
